Sterkste klimmer onder de topbestuurders van bedrijven uit de AEX-index is Jan Bennink van Numico. Hoeveel lonen passen in zijn topsalaris?

In 2006 verdiende de bestuursvoorzitter van de productent van baby- en ziekenhuisvoeding 211 keer zo veel als de gemiddelde werknemer, tegen 67 maal in 2004.

Naast Bennink maken Don Shepard van verzekeraar Aegon, Gerard Kleisterlee van
technologieconcern Philips en Rijkman Groenink van ABN Amro grote sprongen.
Shepards beloning steeg van 51 keer het gemiddelde bij Aegon in 2004, naar
100 keer het gemiddelde in 2006. Kleisterlee klom van 42 naar 92 keer het
gemiddelde bij Philips. Groenink schoot omhoog van 26 naar 50 maal de
gemiddelde personeelskosten bij ABN Amro.

In 2004, toen de code-Tabaksblat voor goed ondernemingsbestuur van kracht
werd, stond de beloning van de bestuursvoorzitter van een AEX-onderneming
gemiddeld gelijk aan de kosten van 41 doorsnee werknemers. In 2006 waren
daar 24 gemiddelde jaarbeloningen bij gekomen, een stijging van 59 procent.

De onderlinge beloningsverschillen tussen grote beursbedrijven zijn fors. Dat
heeft te maken met verschillen tussen branches. Zo bedroegen de gemiddelde
kosten per werknemer bij staalconcern Arcelor Mittal afgelopen jaar iets
meer dan 18 duizend euro, tegen bijvoorbeeld 87.821 euro bij
chipmachinefabrikant ASML. Staalbaron Lakshmi Mittal verdiende in 2006
zodoende 163 keer zo veel als zijn gemiddelde werknemer. De opslag van
ASML-topman Eric Meurice bleef steken op 15 keer de gemiddelde beloning bij
het Velthovense bedrijf.

Geval apart is Tomtom. De fabrikant van autonavigatieapparatuur kende
afgelopen jaar de hoogste gemiddelde kosten per werknemer, te weten bijna
132 duizend euro. Tegelijk was bestuursvoorzitter Harold Goddijn de laagste
betaalde topman. Hij ontving bijna zes ton en verdiende daarmee krap vijf
keer zo veel als de gemiddelde Tomtommer. Opvallend ook: Goddijn wordt als
werknemer niet beloond met aandelen en opties.

De recente explosie van topinkomens valt niet los te zien van beloning in de
vorm van gratis aandelen en opties. Daarmee haalde de bovenste
managementlaag bij AEX-fondsen in 2006 miljoenen extra op. Exclusief de
waarde van aandelen- en optiepakketten verdienden de hoogste bazen afgelopen
jaar vijftig keer zoveel als doorsnee werknemers. De waarde van nieuwe
aandelen- en optiepakketen was daarmee goed voor vijftien gemiddelde
werknemerssalarissen per topman.

Dat gratis opties en aandelen in 2006 zwaar meetelden voor de totale beloning
van topbestuurders, is grotendeels te danken aan het beursklimaat. Sinds
medio 2003 zijn mondiale aandelenmarkten, inclusief de Amsterdamse AEX,
gestaag geklommen. Dat deed wonderen voor opties waarover topmanagers van
AEX-bedrijven in 2006 voor het eerst onvoorwaardelijk konden beschikken.

In 2004 leverden opties en aandelen die bestuurders in dat jaar voor het eerst
konden uitoefenen juist weinig tot niets op. Opties die bijvoorbeeld in 2001
voorwaardelijk waren toegekend, werden door grote koersdalingen in 2002 en
2003 veelal waardeloos.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl